Gemeentelijke onwil en drogredenen (bindingseis)        

Wist u dat bij Gemeente een draaiboek aanwezig is waarbij er gebruik van wordt gemaakt wanneer er een verzoek binnen komt om meer woonwagenstandplaatsen aan te leggen?

Nee? ... JAZEKER!


Dit wordt benoemd in het rapport 'Eigentijds omgaan met woonwagenbewoners Opmaat naar normalisatie' pagina nr. 39 maar is ook uit de werkwijze van Gemeente herkenbaar voor De Rolleman omdat we door het land Woonwagenbewoners aan het ondersteunen zijn en dezelfde drogredenen te horen krijgen. Er is dus na de mening van De Rolleman zeer goed contact tussen Gemeente onderling over, hoe om te gaan met een vraag over meer standplaatsen en hoe vertragend (ontmoedigend) te werk te gaan.

De meeste redenen en drogredenen wie De Rolleman voorbij heeft zien komen:

  • Woonwagenlocaties zijn verliesgevend.
  • Gemeentelijke inwoners worden achtergesteld en ongelijk behandeld met de Woonwagenbewoners.
  • Woningmarkt staat onder druk.
  • Geen 'geschikte' ruimte beschikbaar.
  • Geen financiële middelen.

Ik wil inzake het bovenstaande graag verwijzen naar de Nationale Ombudsman paper die bovenstaande direct weerlegd. (1)

(1) Position paper Nationale ombudsman voor het rondetafelgesprek standplaatsenbeleid op 15 september 2021

  • In familieverband faciliteren en of het afstammingsbeginsel wordt misbruikt.

Bovenstaande heeft meer uitleg nodig:

Het in familieverband faciliteren en of het afstammingsbeginsel word zeer creatief en inmiddels na mijn inziens, gretig misbruikt door zowel extern ingehuurde bureau's als Gemeente, en dit met als doel, een zogenaamde 'slot op de deur' te creëren middels een vastgesteld beleid, omdat er meer vraag (behoefte) naar standplaatsen is dan aanbod. Hierbij wordt er al dan niet bewust gediscrimineerd (ongelijk behandeld) inzake vrije vesting. Er wordt een soort van angst/paniek tactiek toegepast door de zittende Colleges bij gemeenteraadsleden, met een mix van feiten en onwaarheden, dat er een landelijke tekort is aan woonwagenstandplaatsen (feit) waardoor er een zogenaamde ''risico aanwezig'' is dat wachtende Woonwagenbewoners door heel Nederland, dan richting die specifieke Gemeente zullen gaan verhuizen wanneer er meer standplaatsen aan wordt gelegd. (onwaar)

Kortom er moet meer via natuurlijk verloop (sterfte, verhuizen) gewerkt worden om de ''eigen'' wachtende de ''kans'' te bieden op een woonwagenstandplaats op bestaande locaties omdat deze groep graag in familieverband willen leven en dit zelfs een plicht is vanuit het cultuur om te faciliteren. Hierbij hoeft de Gemeente geen extra standplaatsen aan leggen gezien de ruimte vaak al beperkt is op de bestaande locaties en wanneer de nood echt hoog is, dan wordt er al gesproken over inbreiding in verplaats uitbreiding. Dit houd in dat overige bewoners een stuk van hun standplaats gezamenlijk inleveren om een extra standplaats te creëren waarbij de Gemeente hun eigen financiële belangen beschermd heeft en de eventuele grond die beschikbaar was om een standplaats of zelfs locatie te ontwikkelen, kan gaan verkopen aan projectontwikkelaars.

Maar omdat het beleid is vastgesteld met deze voorwaarden (slot op de deur), geld dit niet alleen op bestaande Woonwagenlocaties (Artikel 8 Evrm) maar! ook op een nieuwe locatie, waardoor hechte sociale en nadrukkelijk, verschillende familiebanden die voorheen goed met elkaar samenleefde op een locatie ernstig verstoord worden. (of ook wel verboden inmenging in de sociale en hechte familiebanden) Het wonen en leven in familieverband zoals Gemeente dit voor ogen zien, houd enkel rekening met gezinnen die bij elkaar kunnen blijven leven.

Gemeente spelen na mijns inziens tactisch in op de behoefte door geen aanbod te creëren (vanwege slot op de deur) waardoor er druk komt te staan, bij de families die jarenlang aan het wachten zijn op een standplaats.

Gemeente vinden dat zij voldoen aan positieve verplichting 'familiebanden' (of bindingeis) en houden tegelijk standplaatszoekende weg van bestaande en nieuwe woonwagenlocaties. Zelfs de wachttijden zijn in principe niets meer waard, waardoor er niet gelijk behandeld hoeft te worden in vergelijking met regulieren wachtende en deze standplaatszoekende komen in de verdringing.

Kortom: In familieverband faciliteren en of het afstammingsbeginsel of dan wel de zogenaamde voorwaarden van binding (bindingseis) wordt na mijns inziens gretig misbruikt door Gemeente terwijl er gebouwd moet worden na gelang van behoefte die vervangen is voor het bouwen na gelang van familiebanden.

Er zijn Woonwagenbewoners verjaagd (ontruimd) van Woonwagenlocaties in een zogenaamde uitsterfperiode van 1999 t/m 2018 en zijn gedwongen om in een versteende woonvorm te leven ver weg van de familiebanden die in sommige gevallen achter zijn gebleven op locaties. Deze Woonwagenbewoners zogenaamde 'spijtoptanten' proberen al decennium lang terug te keren naar een Woonwagenlocatie maar krijgen nu geen mogelijkheid geboden om terug te keren omdat zij niet meer gezien worden als familiebanden van een desbetreffende locatie. Dit is ook een vorm van gedwongen uitsluiting en een sub uitsterfbeleid omdat deze slachtoffers van cultuurroof systematisch buitengesloten worden gehouden door een Woonwagenbeleid die niet mensenrechtenproof is en waarvoor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eindverantwoordelijk is, om Gemeente hierop aan te spreken als mede van de goed informatie te voorzien.

Wanneer een Gemeente regionaal optrekt, mag een Gemeente bij het verlenen van een vergunning (schaarste) max 50% voorrang verlenen, maar zodra de Gemeente alleen lokaal gaat oppakken dan mag de Gemeente maar 25% voorrang toewijzen Artikel 14 Huisvestingwet lid 2 Het kan voorkomen dat er planlogies geen ruimte beschikbaar is op een bestaande locatie om meer standplaatsen aan te leggen, dan kan een Gemeente in overweging nemen bij een nieuwe locatie om voorrang te verlenen aan de mensen van een bestaande locatie. Echter is dit een zogenaamde 'kan' bepaling en Wettelijk mag dit niet!